Arnout van den Bergh (1953) studeerde in 1980 af in het Internationaal Publiekrecht aan
de toenmalige Gemeentelijke Universiteit van Amsterdam, alwaar hij tevens de vakken standaard Arabisch en Informele en Formele Logica volgde, en in 1984 in het Nederlands
Recht aan de Universiteit van Utrecht. In 1990 behaalde hij zijn Master of Laws (LL.M.) aan
de UNISA (University of South Africa) in Pretoria. In eerste instantie legde hij zich toe op
wetenschappelijk onderzoek, maar in 1986 maakte hij de overstap naar de advocatuur.
Mr. Van den Bergh is in 1988 in dienst gekomen bij Tripels Advocaten. Van 1992 tot 1996
was hij werkzaam bij het kantoor Trenité Van Doorne te Amsterdam, en sedert 1996 is hij
weer als advocaat aan ons kantoor verbonden.
Hij heeft verschillende wetenschappelijke publicaties op zijn naam staan. Ook schrijft hij regelmatig columns voor de krant over juridische en niet-juridische onderwerpen. Sinds oktober 2021 is hij lid van de Raad van Advies Vereniging Zwembad Jekerdal.
Mr. Van den Bergh heeft in het rechtsgebiedenregister van de Nederlandse orde van advocaten de volgende hoofd- (en sub) rechtsgebieden geregistreerd:
Op grond van deze registratie is hij verplicht elk kalenderjaar volgens de normen van de Nederlandse orde van advocaten tenminste tien opleidingspunten te behalen op deze geregistreerde rechtsgebieden.
Voor enkele interessante zaken waarin mr. Van den Bergh met succes als advocaat heeft opgetreden, zij verwezen naar de gepubliceerde uitspraken Gerechtshof 's-Hertogenbosch 7 mei 2019, ECLI:NL:GHSHE:2019:1693, Gerechtshof 's-Hertogenbosch 10 juli 2012, ECLI:NL:GHSHE:2012:BX2366, Kantonrechter Heerlen 28 januari 2011, ECLI:NL:RBMAA:2011:BP5184, Rechtbank Arnhem 9 juni 2010, ECLI:NL:RBARN:2010:BM8511 en Kantonrechter Sittard-Geleen 18 oktober 2007, ECLI:NL:RBMAA:2007:BB7486.